Studie-1

Studie 1 - Hoe Petrus een visser van mensen werd


Het doel van deze overdenking is niet om een mening te poneren als absoluut maar, zoals het woord het zegt: om mensen aan het denken te zetten.

Als Bijbelstudenten hebben wij de neiging–een neiging die wellicht voortkomt uit vroomheid of het verlangen om gehoorzaam te zijn–om opdrachten te veralgemenen. Daarmee bedoel ik dat Jezus alles wat Hij tegen bepaalde mensen zegt, voor iedereen bedoelt.

Ik wil daar graag met jou over nadenken.


Jezus zei in Mattheüs 4:19-20 tegen Petrus en zijn broer Andreas: "19 Kom achter Mij aan, en Ik zal u vissers van mensen maken."


Paulus zegt in 2 Timotheüs 4:5 tegen Timotheüs: "Maar u, wees nuchter in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle."


Dus nu moet iedereen een visser van mensen worden zoals sommigen èn het werk van een evangelist doen?


Ik moet eerlijk zijn: ik heb dat werk van een evangelist gedaan, maar zo mondjesmaat dat ik er mij minderwaardig door voel als ik sommigen hoor vertellen dat zij dan deze en dan die persoon aangesproken hebben over Jezus en getuigd hebben. Ik heb dat verlangen niet! Ben ik dan zo verkeerd bezig?


Ik ben vooral bezig met studie en het zoeken naar meer inzicht in het Woord van God. Mijn echte verlangen is om door zelfstudie meer inzicht te verwerven om daarmee andere christenen meer zicht te geven op hun eigen specifieke taak in het Lichaam van Christus. Hoe zou dat verkeerd kunnen zijn?


Maar toch vind ik dat ik méér met onbekeerden zou moeten praten over de Heer om hen zo tot inzicht te brengen dat zij de Heer nodig hebben. Dit blijft voor mij een dilemma. Ik vind het heel moeilijk om, zonder dat er aanleiding toe is, door bv. iets wat mensen zeggen of doen, over de Heer te beginnen. Ik verwijt mijzelf dat en probeer mijzelf te dwingen, maar die dwang werkt niet.


Kan het zijn dat ik niet voldoende luister naar wat de Heilige Geest zegt? Wij kennen Jezus' woorden wel in het Bijbelboek Openbaring (2:7; 2:11; 2:17; 2:29; 3:6; 3:13; 3:22): "Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt."


Zou iets wat Hij zegt, belangrijk zijn als Hij het zeven keer zegt? Dat lijkt mij wel.


Nu spreekt de Geest tot de gemeenten, d.w.z. de leiding van de gemeenten, dus de voorgangers, over de koers die zij moeten varen, wat er in de gemeente speelt en wat zij er eventueel aan moeten doen, maar Hij spreekt ook tot individuen. Ik heb het zelf meegemaakt dat Hij iets tegen mij zei wat ik daarna moest doen.


Zo heeft de Heilige Geest eens tegen mij gezegd: 'Lees alleen nog maar Mijn Woord en Ik zal je persoonlijk opleiden.' Ik vond dat toen een vreselijk moeilijke opdracht: ik stond immers voor de klas met een boek in de hand en las daaruit. Ik nam Zijn woorden zo letterlijk dat het mij blokkeerde. Mijn toenmalige voorganger gaf als verklaring: 'Ja, als je dingen leest die gaan over de dingen van de Heer, dat is wat Hij bedoelde,' m.a.w. boeken over de dingen van de Heer mag je gerust lezen. Maar zo vatte ik de woorden van de Geest toen niet op. Ik nam Hem letterlijk en dat kon ik, zoals ik het opvatte, niet uitvoeren.


Ik vind eigenlijk zelfs dat als ik geen boeken meer mag lezen, dan moet ik ook niet meer naar preken luisteren. Een boek is in feite een perfect voorbereide preek, waarin over elke punt en elke komma is nagedacht!


En als het mijn passie is om te studeren en steeds meer inzicht te verkrijgen in het Woord van God en de dingen van de Heer, om mensen daarmee te zegenen, is dat dan verkeerd? Ik moet natuurlijk blijven luisteren naar de Heilige Geest en Hem gehoorzamen, ook als Hij mij opdracht geeft om iets over Jezus te zeggen tegen iemand. Maar passie #1 blijft het voorbereiden van studies en het onderzoeken.


Paulus zegt in Efeze 4:16 (NBG-vertaling) bijvoorbeeld: "En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde."


Elk lid oefent op geheel eigen wijze kracht uit op het geheel en heeft een specifieke opdracht, en dat alles geleid door een superieure Heilige Geest. Als wij dan maar naar Hem luisteren en Zijn opdrachten uitvoeren.


Om even terug te komen op Petrus en de vraag hierboven. Petrus en Andreas kregen van Jezus een specifieke opdracht die specifiek voor hen bestemd was. Zij lieten hun netten vallen en volgden Hem. Gehoorzaamheid was noodzakelijk om dat 'vissers van mensen worden' tot stand te zien komen.


Maar zij kwamen zelf niet op het idee om dat te gaan doen. Zij kregen een opdracht en voerden die toen uit.


Ik besef dat ik mijzelf altijd heb proberen te dwingen tot iets wat Jezus NIET tegen mij zei, en dat zal nooit werken. Hij zei immers ook (Johannes 15:5): "Zonder mij kunt u niets doen." 


Ik ben en blijf totaal maar dan ook totaal afhankelijk van Hem en wat Hij wil dat ik doe. En daarvoor moet ik nauwgezet luisteren naar de stem van de Heilige Geest en de dingen doen waar Hij mij in leidt.


Het is dus niet een kwestie van de letter van het Woord proberen te volgen, maar horen wat de Geest tot de gemeente of tot mij zegt. En dat doen.


En als je nagaat waar Petrus doorheen is gegaan voordat hij op de eerste Pinksterdag met één preek 3.000 mensen tot bekering zag komen:


  1. Een openbaring gekregen van de Vader dat Jezus de Christus is,
  2. Jezus gevraagd om van hem uit te gaan omdat hij een grote visvangst kreeg (zich dus onwaardig gevoeld ten overstaan van de Zoon van God),
  3. Altijd overgelopen van ijver en enthousiasme voor Jezus,
  4. Altijd haantje de voorste geweest als het ging om antwoord te geven (ook als niemand iets gevraagd had!),
  5. Over het water gelopen en bijna verdronken (wat een ervaring, waar Jezus hem uit redde!)
  6. Jezus driemaal verloochend, en door Jezus Zelf hersteld in het ambt dat Jezus voor hem had,
  7. Gedoopt met Geest en vuur om die bewuste preek te houden op de eerste Pinksterdag.


Dat is nogal wat. Iedereen wordt geroepen in de toestand waarin de Geest hem of haar aantreft. En dan begint de groei naar Jezus toe.


Maar enkel door gehoorzaamheid, want zonder Hem kan je niks doen.